Jurisprudentie
BJ7177
Datum uitspraak2009-09-03
Datum gepubliceerd2009-09-09
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200902637/2/R2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2009-09-09
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200902637/2/R2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij brief van 17 februari 2009 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland (hierna: het college) medegedeeld dat het door de raad van de gemeente Dronten (hierna: de raad) bij besluit van 27 september 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Swifterbant-Bloemenzoom (7030)" (hierna: het plan) van rechtswege is goedgekeurd.
Uitspraak
200902637/2/R2.
Datum uitspraak: 3 september 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
1. [verzoekers sub 1], allen wonend te [woonplaats],
2. [verzoekers sub 2], gevestigd te [plaats], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Flevoland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij brief van 17 februari 2009 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland (hierna: het college) medegedeeld dat het door de raad van de gemeente Dronten (hierna: de raad) bij besluit van 27 september 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Swifterbant-Bloemenzoom (7030)" (hierna: het plan) van rechtswege is goedgekeurd.
Tegen deze goedkeuring van rechtswege hebben [verzoekers sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 april 2009, en [verzoekers sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 15 april 2009, beroep ingesteld. [verzoekers sub 1] hebben hun beroep aangevuld bij brief van 7 mei 2009.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 april 2009, hebben [verzoekers sub 1] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld hebben [verzoekers sub 2] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 25 augustus 2009, waar [verzoekers sub 1], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en [verzoekers sub 2], vertegenwoordigd door mr. H.E. Davelaar, advocaat te Zwolle, vergezeld door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. S.C. van den Broek, ambtenaar in dienst van de provincie, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting als partij gehoord de raad, vertegenwoordigd door mr. A. Deuzeman, ambtenaar in dienst van de gemeente.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet voor het noordelijke deel van het plangebied in een conserverende bestemming ten behoeve van woon/werkkavels. Voor het zuidelijke deel van het plangebied voorziet het plan in de ontwikkeling van woningen.
Het vorige bestemmingsplan voorzag voor het gehele plangebied in woon/werkkavels. In het noordelijke deel daarvan zijn enkele woon/werkkavels gerealiseerd. In het zuidelijke deel zijn op basis van het vorige plan geen woon/werkkavels gerealiseerd.
2.3. [verzoekers sub 1] en [verzoekers sub 2] richten zich tegen de goedkeuring van het plan, met name omdat zij vrezen voor negatieve gevolgen voor de verkeerssituatie. Hiertoe voeren zij onder meer aan dat ten onrechte geen verkeerskundig onderzoek is uitgevoerd en dat het plan ten onrechte niet voorziet in een aparte ontsluiting van het zuidelijke gedeelte.
2.4. Ter zitting is gebleken dat de raad de gronden binnen het zuidelijke gedeelte van het plangebied nog in eigendom heeft. De raad heeft ter zitting verklaard dat de kavels niet zullen worden uitgegeven en dat geen bouwvergunningen zullen worden aangevraagd voordat door de Afdeling uitspraak is gedaan in de bodemprocedure, omdat dan pas zekerheid bestaat over de mogelijke ontwikkelingen. Gelet op deze verklaring heeft de voorzitter niet de verwachting dat op korte termijn voor het zuidelijke deel van het plangebied bouwvergunningen zullen worden aangevraagd of verleend. Voorts zullen zich door het eventueel bouwrijp maken van de kavels geen onomkeerbare gevolgen voordoen en was het bouwrijp maken van de kavels ook op basis van het vorige bestemmingsplan mogelijk. Gelet hierop is met de verzoeken geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De verzoeken dienen te worden afgewezen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst de verzoeken af.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.E.A. Matulewicz, ambtenaar van Staat.
w.g. Hoekstra w.g. Matulewicz
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 september 2009
45-545.